Vino con arte

In alle lagen van de bevolking drinkt men wijn. In die zin trekt wijn zich niets aan van rangen en standen. Toch hangt er vaak een aura van exclusiviteit om wijn heen. En soms een sfeer van snobisme, in stand gehouden door een kaste van kenners met een eigen, zo nu en dan geheimzinnig jargon. Wijn is enerzijds statussymbool, anderzijds volksdrank voor bij de maaltijd.

Het drinken van (dure) wijn is een manier om te laten zien dat je het goed hebt, maar ook om te laten zien dat je een goede smaak hebt. De rich & famous waren altijd al een forse afnemer van het product. De hedendaagse beroemdheid consumeert niet alleen, maar stort zich ook op de productie van wijn. Zo bezit zanger Sting een landgoed in Toscane, waar hij wijn laat maken door de vooraanstaande oenoloog Paolo Caciorgna. Eén van zijn wijnen heet ‘Message in a bottle’, hoe kon het ook anders. maib-large1Acteurs Angela Jolie en haar inmiddels ex-echtgenoot Brad Pitt produceerden rosé in de Provence (sinds hun scheiding eind 2016 staat het wijngoed te koop). Onlangs voegde de Amerikaanse actrice Drew Barrymore zich bij het selecte gezelschap van wijnmakende sterren. Wie de website van haar wijngoed bekijkt, ziet dat Barrymore niet zo zeer van haar hobby (wijn drinken) werk (wijn maken) wil maken, maar dat zij een omgeving heeft gecreëerd om te genieten van wijn met ‘family and friends’. Wijn is lifestyle.

Wijn maken laten al deze beroemdheden over aan een echte wijnmaker – het is immers een vak. Met als resultaat overigens dat de wijnen vaak echt goed zijn en niet alleen maar een leuke gadget om mee te showen.

Bij flamenco-artiesten kunnen we misschien niet spreken van ‘rich & famous’. De grootsten zijn binnen de flamencowereld vooral famous, maar niet echt rich, zeker niet vergeleken bij Sting of Brad Pitt. Famous is in ieder geval de gitarist Gerardo Nuñez, afkomstig uit Jerez de la Frontera. Als er een top-10 van beste flamencogitaristen zou bestaan, stond hij er in. Ook Nuñez is een artiest die wijn maakt. Misschien niet zozeer om zijn goede smaak uit te dragen, maar vooral uit liefhebberij, voor het product en voor het wijnmaken. En hij doet het in tegenstelling tot eerdergenoemde beroemdheden helemaal zelf.

Nuñez is op het gebied van wijnmaken autodidact en bezit een kleine ‘finca’ bij Trebujana met één hectare wijngaard. Eén hectare wijngaard lijkt niet veel, maar 10.000 vierkante meter aan wijnstokken betekent flink wat werk. Van die hectare haalt hij in totaal 1500 flessen wijn, wit, rood, zelfs amontillado (een sherry-soort) en ‘vinagre de Jerez’ (voor wie dat niet weet: een erg smakelijke azijnsoort op basis van sherry – vaak gewoon te koop bij je lokale supermarkt). 1500 flessen, dat is precies vijf vaten van 225 liter. In wijnland heet dat een erg lage opbrengst, maar dat is wellicht niet vreemd gezien het klimaat en het feit dat de grote gitarist alles zelf doet. Bij de pluk zal hij ongetwijfeld hulp hebben, maar medewerkers heeft hij niet in dienst.

Opvallend is dat Nuñez vooral witte maar ook rode wijn maakt. Opvallend, want er komt niet veel rode wijn uit Andalucía. De regio is te warm om wijn (anders dan sherry) te maken. De wijndruif houdt wel van zon, maar heeft ook verkoeling nodig, en voldoende water. In de sherryregio, die maar een klein stukje van Andalucía beslaat, valt redelijk wat regen per jaar (meer dan in de Rioja bijvoorbeeld), en dat water wordt vastgehouden door de kalksteenbodem. Daarbij komt dat de ligging relatief dicht bij de oceaan zorgt voor verkoelende wind. Het kan er nog steeds snikheet zijn, maar het is net koel en nat genoeg voor de palomino, de witte druif waar men (de meeste) sherry van maakt. Dat de palomino niet veel zuren ontwikkeld tijdens de groei is geen probleem, omdat het bijzondere productieproces van sherry een wijn oplevert die het niet zo zeer moet hebben van ‘mooie zuren’ (zuren spelen een grote rol in de kwaliteit van wijn) maar van zijn ziltige, strakdroge smaak. Strakdroog want er zit nauwelijks nog suiker in sherry. Omdat er weinig suiker inzit, zijn de zuren ook minder belangrijk om die suikers in toom te houden – ‘balans’ speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van de kwaliteit van wijn. antonio-barbadillo-castillo-de-san-diegoAls je erg je best doet (en de wijn een beetje ‘aanzuurt’) kun je van de palomino ook een redelijk frisse, droge, fruitige witte wijn maken, zoals sherryhuis Barbadillo laat zien. Een wijn die best lekker is, goed gekoeld op een Sevillaans terras bijvoorbeeld.

Ook blauwe druiven hebben het niet gemakkelijk in een zeer warm gebied. Ook zij moeten voldoende zuren ontwikkelen tijdens de groeiperiode, zeker omdat al die zonuren zorgen voor veel suikers in de wijn – hier geldt wederom: balans tussen zuur en zoet is belangrijk. Blauwe druiven met weinig zuur geven rode wijn die soms wat gestoofd, gekookt of zelfs verbrand smaakt. Niet zo gek, want als het 40 graden is, hangen de druiven – net als mensen – te verbranden in de zon. Maar zoals gezegd, kent de regio Jerez verkoeling door zeewind, en is er voldoende water. Wie in het prille voorjaar – eigenlijk nog winter – naar het flamencofestival van Jerez reist, valt de grote hoeveelheid groen in het landschap tussen Sevilla en Jerez op. Het is hier minder droog en dor dan in de meeste delen van Andalucía, waar vooral de olijfboom groeit op kale akkers van keiharde klei, of waar bijna niks groeit in de (bijna) woestijn van de provincie Almería.

Dus wie zijn best doet, vooral door zorgvuldig te werken in de wijngaard, kan er goede rode wijn maken. Eén van de beste voorbeelden daarvan is bodega Huerta de Albalá die goede tot zeer goede rode wijnen maakt van verschillende druiven met een hoofdrol voor de syrah, een druif die het meestal goed doet in warme gebieden. De bodega ligt vlakbij Arcos de la Frontera, richting de bergen van Grazalema en vlakbij het stuwmeer van Bornos (zo’n watermassa geeft verkoeling). Hun Barbazul kom je vaak tegen in het betere restaurant van Jerez en omstreken.

Een ander uitzonderlijk voorbeeld is Bodegas Luis Pérez, net buiten de stad Jerez. Perez was ruim dertig jaar directeur R & D bij de grote sherrybodega Pedro Domecq én hoogleraar ‘Fermentaciones Industriales y Enología’ aan de universiteit van Cádiz. Omdat in de regio al drieduizend jaar blauwe druiven werden verbouwd, moest het mogelijk zijn om er rode wijn te maken, zo redeneerde hij. Pérez doet dat van druivensoorten als syrah, merlot, cabernet sauvignon, petit verdot en de lokale tintilla de Rota. En hoewel het klimaat er zomers zeer warm is, bieden voldoende regen, de geschiktheid van de bodem, zorgvuldig werken in de wijngaard met grote kennis van zaken, de kans om uitstekende wijnen te maken.

bodegas-luis-perez2
Bodegas Luis Pérez en una mañana de verano

Afgelopen zomer bezochten we de prachtig gelegen bodega van Pérez en kregen daar een kleine proeve van zijn kunnen. Indrukwekkend rode wijnen met alles er op en eraan, en een fijne rosé van de tintilla, met veel rijp fruit en een aangename ziltige (umami) toon. Voor zover ik kan nagaan zijn de wijnen van Pérez helaas niet in Nederland te koop. Een andere bijzondere wijn die hij maakt is een fino die, in tegenstelling tot de gebruikelijke procedure, niet met alcohol wordt versterkt. Helaas was toen wij er waren deze fino geheel uitverkocht en de nieuwe oogst nog niet klaar.

bodegas-luis-perez
Vaten bij Bodegas Luis Pérez

Ook Gerardo Nuñez verbouwt syrah. En op dit moment ook palomino, merlot en petit verdot. Zijn rode wijn ‘Jondo’ jaargang 2012 is gemaakt van syrah, tempranillo, merlot en cabernet sauvignon. Blijkbaar varieert en experimenteert hij met de druiven die hij gebruikt. Jondo is een verwijzing naar de ‘cante jondo’, ofwel ‘diepe zang’: de traditionele zangstijl van de flamenco.
jondo1De ‘Jondo’ heeft gerijpt in vaten van Amerikaans eiken. Het etiket vermeldt ‘roble’, wat volgens de officiële Spaanse wijnregels betekent dat de wijn korter dan zes maanden op hout heeft gelegen. Het hout is in ieder geval duidelijk te proeven in de wijn. Spanjaarden houden van Amerikaans eiken, dat meer vanillearoma afgeeft dan bijvoorbeeld Frans eiken. Klassieke rioja’s rijpen altijd op Amerikaans eiken. De Jondo 2012 ruikt naar rijp donker fruit (pruimen en bramen) met flink wat vanille en hout (denk aan sigarenkistjes en pas gezaagd hout). Deze aroma’s komen terug in de volle smaak, wat een teken van kwaliteit is. We proeven wat taninnes, die een droog gevoel in de mond geven. Misschien toch wat petit verdot in de wijn (die druif geeft tanninerijke wijnen) of is het tannine van jonge eikenhouten vaten die Nuñez gebruikt? De wijn heeft body, zoals dat heet, door de alcohol (14%) en door de nog aanwezige suiker. Die ‘body’ is niet zwaar, want de balans van de wijn is goed, dat wil zeggen, de wijn heeft goede zuren die ervoor zorgen dat je de wijn goed kan ‘doordrinken’.

‘El vino con más arte del mundo’, noemt Nuñez de wijn zelf op zijn Facebookpagina. We kunnen in ieder geval vaststellen dat Nuñez behalve voor muziek ook talent heeft voor wijnmaken. De rode ‘Jondo’ is lekker en de fles is snel op – altijd een goed teken. Veel kans om de wijn te drinken maak je echter niet, of je moet deelnemen aan de zomercursus die Nuñez ieder jaar samen met zijn vrouw, danseres Carmen Cortés, organiseert in hun woonplaats Sanlúcar de Barrameda. Nuñez schenkt (en verkoopt) de wijn tijdens de afsluitende avond bij hem thuis waar cursisten en docenten gezamenlijk een ‘paella de despedida’ eten.

gerardo-en-la-vina

Als hij tijd en geld heeft om wijngaard erbij te kopen, zou hij de productie kunnen opschroeven. De ‘Jondo’ kan zich meten met veel professioneel gemaakte wijnen. Daarvan zijn er echter in Spanje zeer veel, en om commercieel succes te hebben, moet je de wijn ook tegen een gunstige prijs kunnen aanbieden. Dat zou bij zo’n ‘eenmanswijn’ een probleem kunnen vormen. Als je alle gewerkte uren moet gaan doorbereken in die 1500 flessen… Maar Gerardo Nuñez is daar vooralsnog niet mee bezig. Misschien maar goed ook, want een carrièreswitch zie ik hem liever niet maken.

(Dit artikel is een bewerking van een eerdere versie die in 2016 werd gepubliceerd in Mundo Flamenco.)

%d bloggers liken dit: